Visual

Leerroutes

Om onze leerlingen optimaal te laten profiteren van het onderwijs, kent de Maurice Maeterlinckschool afdelingen met daarbinnen verschillende niveaus. Dit noemen we leerroutes.

We gebruiken leerroutes om het ontwikkelingsperspectief van de leerling helder te maken.

Het is een middel om:

  • Het onderwijsaanbod te bepalen, zowel individueel als groepsgewijs;
  • De resultaten van het onderwijsaanbod beter te kunnen meten;
  • De ontwikkelingen van leerlingen beter te kunnen volgen;
  • Het verwachtingspatroon van ouders en school beter op elkaar af te stemmen.

De commissie van begeleiding stelt op basis van het ontwikkelingsperspectief van de leerling de leerroute en het onderwijs- en zorgaanbod vast. Dit kan later bijgesteld worden, afhankelijk van de ontwikkeling van de leerling.

Landelijk doelgroepenmodel

De Maurice Maeterlinckschool werkt volgens het landelijk vastgestelde doelgroepenmodel. Dit model is ontwikkeld om per individuele leerling de hoogst mogelijke ambitie te bepalen en vooral om deze beter inzichtelijk te maken. Ook helpt het om te bepalen wat het beste uitstroomniveau is voor de leerling. En het verbetert de communicatie met ouders en andere belanghebbenden, zoals de Onderwijsinspectie en samenwerkingspartners. Hieronder staan de leerroutes uitgewerkt, waarbij leerroute 1 het laagste niveau is en leerroute 7 het hoogste niveau.

Leerroute 1

In leerroute 1 plaatsen we leerlingen met een ontwikkelingsniveau van maximaal 0-2 jaar. Dit zijn leerlingen met een ernstige verstandelijke beperking die zeer intensieve begeleiding nodig hebben. De leerling leert vanuit een directe betrokkenheid bij de werkelijkheid (hoe). Het leren is sterk gebonden aan de fysieke omgang met de omgeving en het eigen lichaam (wat). De leerlingen krijgen onderwijs in een speciale klas met drie begeleiders en vaste therapeuten. Het hele team richt zich op het optimaliseren van de vijf LACCS aandachtsgebieden: Lichamelijk welzijn, Alertheid, Contact, Communicatie en Stimulerende activiteiten. In dit profiel ligt de nadruk op communicatie, zelfredzaamheid, sensomotorische ontwikkeling, sociaal-emotionele ontwikkeling en spelontwikkeling.

Streefniveau einde so: tussen niveau 1 en 6 van de Plancius-leerlijnen.

Uitstroom so: naar onze vso-afdeling of een KDC.

Leerroute 2

In leerroute 2 plaatsen we leerlingen met een ontwikkelingsniveau van maximaal 2-4 jaar. Dit zijn leerlingen met een ernstige verstandelijke beperking die intensieve begeleiding nodig hebben. De leerstijl van deze leerlingen is pragmatisch. Zij zetten sensomotoriek in als basis om het geleerde te verwerken. Sensomotoriek gaat om bewegen, proeven, ruiken, aanraken, manipuleren, langdurig fysiek verkennen en dergelijke. De leerlingen krijgen onderwijs in een speciale klas met drie begeleiders en vaste therapeuten. Het hele team richt zich op het optimaliseren van de vijf LACCS aandachtsgebieden: Lichamelijk welzijn, Alertheid, Contact, Communicatie en Stimulerende activiteiten. In deze leerroute ligt de nadruk op communicatie, zelfredzaamheid, sensomotorische ontwikkeling, sociaal-emotionele ontwikkeling en spelontwikkeling.

Streefniveau einde so: tussen niveau 1 en 6 van de Plancius-leerlijnen met uitloop naar de (v)so zml leerlijnen tot en met niveau 3.

Uitstroom so: onze vso-afdeling.

Leerroute 3

Leerlingen in leerroute 3 hebben veelal een matige verstandelijke beperking. De leerstijl is egocentrisch, ze willen leren wat nut heeft om zich zo zelfstandig mogelijk te ontwikkelen. Ze leren van onderwerpen binnen hun eigen belevingswereld en vooral in praktische situaties met concreet materiaal. Het niveau van schoolse vaardigheden komt maximaal tot eind groep 3 van het basisonderwijs.

Streefniveau einde so: niveau 6 van de leerlijnen voor zml.

Uitstroom so: onze vso-afdeling of een andere school voor vso met profiel 3.

Leerroute 4

Leerlingen in leerroute 4 hebben veelal een lichte verstandelijke beperking. Leerlingen leren door langdurig te doen en in de praktijk te oefenen. Het leren van de schoolse, meer abstracte vaardigheden vraagt veel oefenen en herhalen en komt uit tussen niveau eind groep 3 en midden groep 5. Dit is te vergelijken met het niveau halverwege groep 3/eind groep 4 van het regulier basisonderwijs, maar kan voor enkele vakgebieden hoger uitkomen.

Streefniveau einde so: niveau 9 van de leerlijnen voor zml (v)so.

Uitstroom so: onze vso-afdeling, of een andere school voor vso met profiel 4.

Leerroute 5

Leerlingen in leerroute 5 zijn leerlingen die in een langzamer tempo het reguliere onderwijsprogramma volgen. De leerling heeft veel sturing van buitenaf nodig. Extra instructie en veel herhaling en oefening zijn belangrijk. Het onderwijs vindt plaats in kleinere groepen en waar nodig zijn er individueel gerichte contacten en instructies. De leerlingen hebben een veilige en vertrouwde leeromgeving nodig waar begeleiding binnen korte tijd aanspreekbaar is.

Streefniveau einde so: tussen eind groep 5 en eind groep 6 van het regulier basisonderwijs.

Uitstroom so: veelal praktijkonderwijs of vmbo basisberoepsgerichte leerweg met leerwegondersteuning in het regulier of in het speciaal voortgezet onderwijs.

Leerroute 6

Leerlingen in leerroute 6 hebben een gemiddeld niveau en een geringe leerachterstand. Zij leren toepassingsgericht. De leerling concretiseert veel en zoekt voorbeelden, als de leerstof praktisch toepasbaar is, is de leerling gemotiveerd en makkelijk aan te sturen.

Streefniveau einde so: tussen midden groep 7 en midden groep 8 van het regulier basisonderwijs.

Uitstroom so: meestal naar vmbo kaderberoepsgerichte leerweg, vmbo gemengde leerweg of vmbo theoretische leerweg in het regulier of in het speciaal voortgezet onderwijs.

Leerroute 7

Leerlingen in leerroute 7 hebben een bovengemiddeld leerniveau, ze hebben geen leerachterstand. De leerstijl van de leerling is betekenisgericht. De leerling zoekt naar inzicht en samenhang, wil zelf structuur aanbrengen, kan hoofd- en bijzaken onderscheiden en kan goed zelfstandig werken.

Streefniveau einde so: minimaal midden groep 8 van het regulier basisonderwijs.

Uitstroom so: meestal naar havo/vwo in het regulier of in het speciaal voortgezet onderwijs.